top of page

Blog

  • Foto van schrijverTer Heide

Een dag in de schoenen van een verpleegkundige

Bijgewerkt op: 22 jul. 2020


De dokter en verpleegster nemen een bloedafname van een bewoner in de leefgroep

Een werkdag als verpleegkundige in Ter Heide ziet er altijd anders uit. Ik kan ’s morgens nooit zeggen hoe mijn dag eruit zal zien, maar dat vind ik er net zo leuk aan. In ’t Brikhof (Ter Heide Borgloon) heb ik als verpleegkundige 66 bewoners onder mijn hoede. Een hele boterham, maar gelukkig krijg ik 1 dag per week hulp van mijn collega Daisy. In de 5 jaar die ik al als verpleegkundige in Borgloon sta, heb ik me nog geen minuut verveeld.


Terugkerende taken


Alhoewel mijn dagen nooit hetzelfde zijn, heb ik een paar taken die steeds terugkomen. Zo maak ik er een gewoonte van om elke voormiddag even in iedere leefgroep binnen te springen om te zien of alle bewoners medisch in orde zijn. Als verpleegkundige heb ik ook een zeer administratieve job. Daarom werk ik elke dag aan mijn administratie. Dat gaat van tandartsenafspraken plannen en planning van consulten bij specialisten tot bloeduitslagen nakijken, bloedafnames plannen …


Hiernaast is klaarstaan voor de leefgroepen een groot onderdeel van mijn job. Dat gaat van vragen zoals “Het is vandaag 40 °C, maar we hebben een daguitstap gepland. Is het wel verstandig om vandaag met de bus weg te gaan?”, al dan niet verderzetten of bijbestellen van bepaalde medicatie, tot gaan kijken naar een vreemde huiduitslag. Daar komt veel ad-hocwerk bij kijken. Voor medische vragen kan je nu eenmaal niet wachten tot een volgend teamoverleg om te bekijken hoe je ze aanpakt. Je moet meteen een oplossing bij de hand hebben.


Je moet steeds alert zijn en snel de juiste beslissing kunnen maken

Sterk in je schoenen staan


Er zijn een aantal dingen die ik regelmatig doe, waarvan misschien niet iedereen weet dat die ook bij de job horen. ’t Brikhof heeft een grote dagopvang waarbij er zeer nauw contact is met de ouders en familieleden van de bewoners. Maar ook in de andere leefgroepen houden we ouders op de hoogte van de toestand van hun zoon/dochter. Ook ik speel daar een rol in. Bewoners worden ouder en/of ontwikkelen een bepaalde medische problematiek. Ik stem dan met de familie af wat goed en minder goed gaat, welke stappen we ondernemen, wat de wensen van de familie zijn, wat het advies van de arts is …


Ook naar de leefgroepen toe treed ik af en toe op als bemiddelaar. Soms ziet de leefgroep iets op een bepaalde manier en komt dat niet overeen met het advies van de arts. Dan is het aan mij om de juiste toelichting te geven. Of om bezorgde collega’s gerust te stellen dat het kuchje van een bepaalde bewoner gewoon een kuchje is en niks levensbedreigends. Medische vragen liggen vaak wat gevoeliger en dan moet je sterk in je schoenen kunnen staan om de juiste beslissing te maken met de juiste argumentatie. Want op een advies volgt al heel snel: “Waarom?” Daarom moet je alert zijn, want je kan natuurlijk niet een halve dag later terugkomen op je beslissing.


Contact met de bewoners


De dokter en verpleegster meten de bloeddruk van een bewoner die in zijn zetel zit

In mijn job kom ik niet altijd op de leukste manier in contact met onze bewoners. Vaak zien ze mij voor een bloedafname, bij een dokterscontrole, een inspuiting … Meestal bij dingen die de gemiddelde mens ook niet zo leuk vindt. Daarom is het voor mij heel belangrijk om ook op een positieve manier in contact te komen met onze bewoners. Bijvoorbeeld door eens een korte wandeling te maken op het terrein, in de zomer te

helpen eten geven in een leefgroep of ingeschakeld te worden in de activering. Zo leren de bewoners mij ook op een leukere manier kennen.


Bovendien vind ik het heel belangrijk om de bewoner te leren kennen in zijn normale doen en te weten hoe zij/zij functioneert in dagelijkse gebeurtenissen. Dat geeft mij het voordeel dat ik soms al weet of er iets met een bewoner aan de hand is, nog voor de leefgroep mij hierover aanspreekt. Als je iemand goed kent, zie je dat meteen aan zijn gedrag en uitstraling. Dat is ook fijn voor de leefgroep. Zo moeten ze mij niet steeds met allerhande argumenten proberen te overtuigen wanneer ze denken dat er iets mis is met een bewoner, voor ik hem of haar wil onderzoeken. Ook wanneer ik alleen op consultatie ga met een bewoner is het goed om te weten hoe deze persoon aangepakt moet worden. Is het iemand die je wat strenger moet toespreken of die je net met lieve woordjes moet aanspreken en geruststellen?


Ik dop mijn eigen boontjes, maar ik kan wel steeds rekenen op mijn collega's om me bij te staan met advies

Contact met collega’s


Als verpleegkundige sta je in voor je eigen woonbuurt. In sommige campussen heb je meerdere woonbuurten, waardoor het gemakkelijker is om elkaar te ondersteunen of om hulp te vragen waar nodig. In Borgloon is dat niet meteen een optie. Eenmaal per week komt mijn collega Daisy uit Tongeren langs ter ondersteuning, maar voor de rest dop ik mijn eigen boontjes. Natuurlijk kan je wel altijd telefonisch of via mail bij elkaar terecht.


Iedere verpleegkundige zit dus wel in zijn eigen ‘eilandje’, maar toch vind ik dat we een echt team zijn. Wij weten ook dat we op elkaar kunnen terugvallen en elkaar steunen. Als we wachttijd hebben en er gebeurt iets onverwachts in je privésituatie, is er altijd wel een collega die even wil inspringen. Ook wanneer er tijdens de wachtdienst specifieke vragen komen over bewoners uit een andere woonbuurt, hebben we de afspraak dat we elkaar steeds kunnen bellen voor advies. Ik heb echt het gevoel dat we altijd op elkaar kunnen rekenen.


Als hoofdopvoedster had ik altijd al veel bewondering voor de verpleegkundige van de woonbuurt

Keuze voor Ter Heide


De keuze voor Ter Heide is misschien niet voor alle pas afgestudeerde verpleegkundigen evident, maar voor mij was het een logische stap. In mijn eerste stagejaar liep ik al stage in Berk 2 (Ter Heide Zonhoven). Tijdens mijn eerste dag twijfelde ik nog wel of het iets voor mij zou zijn, maar 4 weken later had ik alle bewoners in mijn hart gesloten. Na een periode als vroedvrouw gewerkt te hebben in Duitsland, kwam ik van 1998 tot 2001 als hoofdopvoedster in Berk 2 terecht. Daar was veel structuur, waren er vaste afspraken voor elke dag van de week en wisselende diensten. Ik zag alle bewoners doodgraag, maar uiteindelijk lukte de combinatie werk-kinderen voor mij niet meer. Ik ben ook iemand die veel nood heeft aan afwisseling en op ontdekking gaan in het onbekende. Daarom nam ik na 3 jaar afscheid van Ter Heide.


Ik heb toen altijd gezegd: als ik ooit terugkom naar de organisatie, dan is het als verpleegkundige. Tijdens mijn jaren als hoofdopvoedster heb ik altijd veel bewondering gehad voor de verpleegkundige van de woonbuurt. Haar job leek me zo leuk om te doen. Zo veel afwisseling!


Na mijn tijd in de Berk kwam ik terecht in de palliatieve zorg. Daar heb ik 15 jaar lang met heel veel plezier gewerkt. Toen ik een rugprobleem kreeg en niet meer zo lang in de auto kon zitten op weg naar cliënten, ging ik toch op zoek naar ander werk. Plots zag ik een vacature voor verpleegkundige in Ter Heide. Het was op dat moment 23 uur en de vacature sloot af om 00 uur. Toen heb ik snel, zonder overleg thuis, gesolliciteerd. Daar heb ik nog geen moment spijt van gehad. Want de bewoners hebben mij altijd enorm aangesproken.


Onze bewoners zijn zo puur. Er zijn veel schattige, fantastische momenten die ik nooit zal vergeten

Puur en eerlijk


Wat ik altijd heb bewonderd aan onze bewoners is hoe gelukkig ze kunnen worden van de kleine dingen in het leven. Waar wij dolgelukkig zouden zijn als we een all-in cruise naar de Caraïben zouden winnen, zijn onze bewoners dat met een tas koffie en een stuk taart. Prachtig toch? Dat pure en eerlijke kan ik echt appreciëren. Op een bepaalde dag had ik een langere bloes (net een jurk) aan boven een jeansbroek. Een van onze bewoners sprak me daarop aan en zei: “Inez, een broek en een kleed samen gaat niet hoor. Je moet wel kiezen.” Fantastisch, toch?


Nog zo’n moment dat ik nooit zal vergeten is toen bewoner Wouter met mij wilde trouwen. Wouter had een bloempje geplukt en wou dat aan mij komen afgeven met de boodschap dat hij met mij wou trouwen. Toen een andere collega in de gang voorbijkwam en hem vertelde dat ik er niet was, maar dat hij ook met haar kon trouwen, zei hij resoluut “nee”. Hij zou met mij trouwen en met niemand anders. Toen ik hierna in de gang verscheen en vroeg wat er aan de hand was, zei Wouter blij: “Oh, Inez! Ik wil met jou trouwen.” Ik kreeg van hem de bloem die hij geplukt had en 3 kussen. Het zijn van die schattige, fantastische momenten die mij altijd zullen bijblijven.


Maar evengoed moeilijke momenten kunnen een grote indruk achterlaten. Toen ik nog maar pas in Borgloon werkte als verpleegkundige, werd een bewoner ernstig ziek. Hij was al palliatief en had acuut longoedeem ontwikkeld. We wisten dus dat hij er niet lang meer zou zijn. Samen met de arts is toen beslist om in de leefgroep afscheid van hem te nemen. Iedereen die elke dag voor deze bewoner had gezorgd was erbij: de leefgroepmedewerkers, zijn familie, de arts, ik als verpleegkundige … In het midden van de nacht zaten we samen in een cirkel rond zijn zeteltje in de living. Zo is hij uiteindelijk overleden. Omringd door mensen die hem graag zagen. Ik heb al veel overlijdens meegemaakt in mijn carrière, maar dat was een heel intens moment dat mij altijd zal bijblijven. Het was niet gemakkelijk, maar wel speciaal om dit zo intiem samen te beleven en op een mooie manier afscheid te nemen van deze bewoner.


Met 66 (ouder wordende) bewoners, weet ik altijd wat te doen

Ouder wordende bewoners


Toen ’t Brikhof pas werd geopend, waren de meeste bewoners 30-ers of 40-ers. Intussen zijn de bewoners van toen 60-ers, krijgen zij te maken met ouderdomskwaaltjes en hebben ze meer medische ondersteuning nodig. Met 66 bewoners is er voor mij dus altijd wel wat te doen. Omdat de job zo divers is en elke dag er anders uitziet, denk ik niet dat ik het hier snel beu zal worden. Na overlijdens stromen er ook steeds nieuwe bewoners binnen die je op hun beurt weer moet leren kennen. En zo blijf je bezig.


Een heel fijne job


Verpleegkundige Inez werkt aan haar bureau

Mijn bureau bevindt zich in het hoofdgebouw van de campus. Daar heb ik echt supertoffe collega’s! Wij kunnen veel lachen samen en plezier maken. Maar ook wanneer je het moeilijk hebt, zijn de collega’s er voor je en wordt er tijd gemaakt om even naar je te luisteren. Dat is ook echt belangrijk.


Ik vind verpleegkundige zijn echt een heel

fijne job. Soms krijg je om 3 uur ’s nachts tijdens je wachtdienst wel eens een vraag over een puistje van een overbezorgde collega. Of ren je in de namiddag gehaast naar een leefgroep om een “gigantische bobbel” in de nek van een bewoner te bestuderen, die dan niet veel groter blijkt dan een muggenbeet, maar dat hoort erbij. Gelukkig is iedereen heel begaan met de bewoners. Het is voor mij een groot pluspunt dat de taken zo afwisselend zijn. Je doet het medische stuk, je verpleegtechnische handelingen, maar dat is niet het grootste deel van de job. Het meeste werk is het coördineren van alles medisch rond een bewoner. Ik doe het echt supergraag.


 

Inez, verpleegkundige woonbuurt Brikhof

bottom of page